Transkribus en het Huygens Brieven Project

Voor de digitale ontsluiting van de Huygens correspondentie is software gebruikt die automatische handschriftherkenning toepast: Transkribus genaamd. Er is een proef gedaan met een brievenboek van Christiaan Constantijn Rumph, petekind van Huygens en secretaris van de Nederlandse ambassadeur in Frankrijk.

Gedenkpenning met links de beeltenis van Christiaan Constantijn Rumph, gemaakt ter ere van het gesloten verbond voor de koophandel met Zweden in 1675. Rijksmuseum Amsterdam.

Van hem wordt op het Nationaal Archief een dik boek bewaard met aantekeningen uit de jaren 1672 en 1673. Daarin bevinden zich ook zijn eigenhandige kopieën van 63 brieven uit zijn correspondentie met Constantijn Huygens, allemaal brieven die niet in de oude gedrukte editie van de Huygens brieven zijn opgenomen.

Nationaal Archief, 1.11.01.01, inv. nr. 124 Journaal Christiaan Constantijn Rumph.

Ook in het archief van Johan de Witt bevinden zich 122 brieven van Rumph. Omdat alles van één hand is, immers die van Rumph zelf, leent dit materiaal zich bij uitstek om door Transkribus ontcijferd te worden.

Christiaan Constantijn Rumph aan Johan de Witt, 1 oktober 1668, Nationaal Archief, 3.01.17, inv. nr. 1855.

Stan Bussen, voormalig stagiair bij het Johan de Witt project, trainde Transkribus om het handschrift van Rumph te lezen, wat leidde tot een zeer goed resultaat: een foutenpercentage van 3% per bladzijde. Twee brieven van Rumph (toegelicht door Stan) werden vervolgens opgenomen in de bundels Johan de Witt en het Rampjaar en Constantijn Huygens. Een leven in brieven.

Deze video hoe Transkribus wordt gebruikt voor het lezen van het handschrift van Christiaan Constantijn Rumpf:

Rumphs brievenboek met de volledige transcriptie zal binnenkort online raadpleegbaar zijn.

Ineke Huysman, 17 oktober 2022

De briefwisseling van Constantijn Huygens: Zo vader, zo zoon

Christiaan Huygens sr. (1551-1624), de vader van Constantijn, huwde pas met Susanna Hoefnagel (1561-1633) in 1592, op de leeftijd van 41 jaar[1] Hun eerste kind, Maurits (1595-1642), werd een paar jaar later geboren en het jaar erop volgde Constantijn (1596-1687). Een van de vroegste herinneringen aan zijn vader die Constantijn beschrijft in Mijn jeugd (1629-1631) betreft iets dat plaatsvond toen hij nog maar anderhalf jaar oud was. Constantijn was aan het spelen bij de open haard waar een hekje voor stond, en ‘op een gegeven moment stak ik daar mijn hoofd doorheen en omdat ik toen niet meer terug kon, was ik duidelijk in levensgevaar.’[2] Zijn broer Maurits rende gelukkig naar hun vader Christiaan, die op dat moment met een jichtaanval op bed lag. Constantijn schrijft: ‘Mijn vader vergat onmiddellijk zijn eigen toestand, vloog naar de andere kamer en redde mij uit mijn benarde positie.’[3]

Dankzij deze anekdote, die gelukkig goed afliep, is bekend dat Christiaan op zijn zevenenveertigste al last had van jicht (ontsteking van de gewrichten door afzet van urinezuurkristallen). Jicht, ook podagra genoemd (gout in het Engels), werd vaak beschreven als ‘de ziekte der rijken’ omdat het vooral voorkwam bij mannen tussen de dertig en zestig jaar die er een ongezonde levensstijl op na hielden (zoals diplomaten die veel moesten drinken en dineren met hun sociale contacten). Overmatige alcoholinname is een van de veelvoorkomende oorzaken van jicht. De wijn die men dronk, werd soms ook nog eens zoeter gemaakt met lood, wat het risico op jicht nog groter maakte, omdat lood een schadelijk effect heeft op de werking van de nieren. 

Frontispice van ‘Verhandelinge van het Podagra en Vliegende Jigt om die Sekerlijk te genesen’ (Amsterdam 1684). Gravure door Stephen Blankaart.
Lees verder “De briefwisseling van Constantijn Huygens: Zo vader, zo zoon”