Constantijn Huygens, codekraker (vervolg)

De onlangs hier besproken en afgebeelde brief in geheimschrift ( https://brievenconstantijnhuygens.net/2022/02/12/constantijn-huygens-codekraker-2/) was, door de ontcijfering die Huygens eronder schreef, betrekkelijk makkelijk te ‘kraken’. Voor het weergeven van letters als cijfers moet een sleutel als deze zijn gebruikt:

Op een rijtje:

A: 12, 13, 14, 15, 16,
B: 17, 18, 19
C: 20, 21, 22
D: 23,24, 25
E: 26, 27, 28, 29, 30, 31
F: 32, 33, 34, 35
G: 36, 37, 38
H: 39, 40
I: 41, 42, 43, 44
K: 45, 46, 47
L: 48, 49, 50, 51
M: 52, 53, 54
N: 55, 56, 57, 58
O: 60, 61, 62, 63
P: 64, 65, 66
Q: nvt
R: 83, 84, 85, 86, 87
S: 88, 89, 90, 91
T: 92, 93, 94
V: 99, 100, 101
X: nvt
Y: nvt
Z: nvt


In het bericht stonden ook hogere getallen. Dit waren combinaties voor veel gebruikte namen en woorden. Het kon niemand zijn ontgaan dat 509 voor (le) Prince d’Orange stond. Uit de vergelijking met de ontcijfering die Huygens onder het bericht schreef, levert dat het volgende op:

121: avoir
131: affaire
220: donne(r)
223: esperance
232: en
266: faire
316: lui
320: Etats
393: elle
396: quelque
474: l’Anglais
509: (le) Prince d’orange
578: (la) France

In het geheimschrift werden geen zogenaamde ‘nullen’ gebruikt: cijfers die geen betekenis hadden, en vaak willekeurig er tussen werden gezet, met de bedoeling om ontcijfering lastiger te maken.

Deze redelijk eenvoudige sleutel moet voor Huygens (als hij er al niet over beschikte) weinig problemen hebben opgeleverd. Als geheimschrijver had hij wel hardere noten gekraakt.

Exacte ontcijfering van het bericht:

[Prince d’Orange se donnera] le soin en cas que [la France desire

quelque chose] de nouveau en de [lui ou des mess Estat

s de tenir un peu la main] a fin que pour

facilitation des toutes choces [proposes en l’affaire du sie

ur de Goffe d’Anglois] par le moyen [du Prince d’Orange peut avoir

de faire avoir a la France c. e. Elle
] aura [a desirer du

Prince d’Orange et des Estats
] pour la mesme le donner [les Etats esperances

des celles q’ elle aura a desirer de France
]

In rood: 509 (Prince d’Orange)

Jean-Marc van Tol, 18 februari 2022

Constantijn Huygens, codekraker

Een van de vele kwaliteiten waarover Constantijn Huygens beschikte, was het maken van sleutels voor brieven in geheimschrift. Daarnaast was hij was zeer bedreven in het ontcijferen van (onderschepte) gecodeerde brieven.[1]  Voor de huidige onderzoeker is het erg fijn dat Huygens de oplossing boven de cijfers noteerde. De hierboven afgebeelde brief van Johan van Reede en onderstaande brief van Willem Boreel van 26 augustus 1644 zijn daar een voorbeeld van.

Willem Boreel aan Constantijn Huygens, 26 augustus 1644, Koninklijke Verzamelingen, Archief Constantijn Huygens, G1-8.1

Ook onderstaand briefje dat niet in de oude editie van J.A. Worp voorkomt, aangetroffen in de Koninklijke Bibliotheek, is illustratief. Huygens noteerde erop dat hij het op 9 augustus 1644  te Assenede had ontvangen. Deze keer schreef hij de oplossing niet boven de regels maar aan de onderkant van het papier. De afzender en de plaats van verzending ontbreken, maar dat spreekt eigenlijk vanzelf, het is immers een geheime boodschap.

N.N. aan Constantijn Huygens, Koninklijke Bibliotheek, 79 C 11, nr. 3

Transcriptie:

Le prince d’Orange se donne le soin, en cas que la France désire quelque chose de nouveau ou de luy ou de messieurs les Estats, de tenir un peu la main, afin que pour facilitation de toutes choses proposées en l’affaires du Sr Goff, l’Anglois par le moyen du prince d’Orange puisse avoir celuy de faire avoir à la France ce qu’elle aura à désirer du prince d’Orange et des Estats pour par le mesme se donner les espérances de celles qu’elle aura à désirer de la France.

Wat speelde er? Stephen Goffe, die in de brief wordt genoemd, was kapelaan en agent van de Engelse koning Karel I, die op dat moment in een burgeroorlog was verwikkeld met de troepen van het Parlement. In juli 1644 had zijn echtgenote Henriette Maria halsoverkop met haar zoons naar Frankrijk moeten vluchten. Tussen de bedrijven door onderhandelde de Engelse koning met Frederik Hendrik over een mogelijk huwelijk tussen zijn oudste zoon Karel, de prins van Wales, en stadhoudersdochter Louise Henriette. De koning wilde gelijktijdig een politiek verbond met de Republiek sluiten, bij voorkeur ook met Frankrijk. Daarbij was het de bedoeling dat de Republiek schepen ter beschikking zou stellen om Franse troepen naar Engeland te vervoeren.[2] Goffe was daarvoor als bemiddelaar aangewezen.

Dit ontcijferde briefje wekt de indruk dat Frederik Hendrik bereid was zich in te willen inspannen om alle partijen op één lijn te krijgen. Van dat verbond kwam overigens niets terecht en ook de onderhandelingen over een tweede huwelijk tussen Oranje en Stuart werden in april 1646 definitief afgebroken. Resteert de vraag van wie het briefje zou kunnen zijn. Huygens ontving het in het legerkamp bij Assenede, in Oost-Vlaanderen, waar hij met Frederik Hendrik en zijn troepen verbleef. Mogelijk is het informatie die Huygens werd toegespeeld door iemand met goede connecties zowel bij de Staten-Generaal als aan het Haagse hof.

Dan nog de ontcijfering. Huygens moet over de sleutel hebben beschikt. Het lijkt erop dat deze gebaseerd was op een lijst van letters corresponderend met nummers die wisselden als de sleutel veranderde. Voor belangrijke personen en namen waren dan speciale nummers gereserveerd. Dankzij Huygens’ ontcijfering weten we in ieder geval dat nummer 509 de geheime code voor de prins van Oranje was.

Ineke Huysman, 12 februari 2022

In de bundel Constantijn Huygens. Een leven in brieven wordt veel aandacht besteed aan de functie van Constantijn Huygens in dienst van de Oranjes.


[1] Zie S. Groenveld, ‘”Chijffre pour la communication avec Mr. Jermijn, de l’année 1647″. Geheimschriftsleutels als bron voor netwerkreconstructies rond prins Willem II’ in: Jaarboek Oranje-Nassau 2009-2010 (Rotterdam, Gronsveld 2010), 54-78; S. Groenveld, ‘Frederik Hendrik en Antwerpen in 1646’ in: Een vorstelijk archivaris. Opstellen voor Bernard Woelderink (Zwolle 2003), 134-139.

[2] P. Geyl, Oranje en Stuart (Arnhem 1963), 35-36.