‘Schrijf toch wat vaker!’

Met Amalia van Solms (1602-1675), de echtgenote van zijn werkgever Frederik Hendrik (1584-1647), heeft Constantijn Huygens de meeste brieven uitgewisseld, namelijk 1.017: 183 van Amalia aan Constantijn en 834 van Constantijn aan Amalia. Zolang de Tachtigjarige Oorlog woedde, was Constantijn ieder jaar met het leger op veldtocht. Hij hield hij haar via brieven op de hoogte van de vorderingen van het leger, maar ook over het welzijn van haar echtgenoot. Zie daarover ook het blog over vijftig onbekende brieven van Huygens aan Amalia.

Zijn werkgeefster dreef Constantijn tot wanhoop wanneer ze hem weer eens aanspoorde vaker te schrijven. Hij antwoordde haar dat één keer per dag vaak al lastig genoeg was: soms verhinderden de gevechten het schrijven of verzenden van brieven, maar soms viel er gewoon niks te melden. Na het overlijden van Frederik Hendrik zakte de correspondentie in, met een opleving vlak na het overlijden van Amalia’s zoon, stadhouder Willem II, en met een nieuwe piek in de jaren ’60, toen Constantijn voor de Oranje-Nassaus in Frankrijk verbleef om, met succes, te onderhandelen over de teruggave van het prinsdom Orange. Toen was Amalia trouwens degene die het meeste schreef.

Eind 1664 was er schot gekomen in de zaak rond de teruggave van het door de Fransen bezette prinsdom Orange. Toen Amalia schoorvoetend akkoord was gegaan met de benoeming van een katholieke gouverneur, was Lodewijk XIV bereid het prinsdom te ontruimen. In ruil moest Constantijn er onder meer voor zorgen dat de daar aanwezige kanonnen werden verwijderd. Deze brief, toegelicht en hertaald door Dries Raeymaekers, is opgenomen in de bloemlezing met Huygens’ brieven.

Het bovenaan dit artikel afgebeelde portret van Amalia van Solms, vervaardigd door Gerard van Honthorst, dat eeuwenlang de nok van Huis ten Bosch sierde, was op de tentoonstelling Constantijn Huygens, Geuren en Beelden in Huygens’ museum Hofwijck te zien, die liep tot en met 3 juli 2022.

Ineke Huysman, 14 mei 2022

Een gedachte over “‘Schrijf toch wat vaker!’

Reacties zijn gesloten.